Mijn ergotherapie
Ergotherapie is voor mij een gedachtegang. Een manier van denken en spreken die een holistisch beeld van
cliënten promoot.
Vanuit de opleiding leer je het menselijke doen en laten te analiseren en te begrijpen via modellen. Het
CMOP-E
en het PEO-P (laat de afkortingen maar voor wat ze zijn) zijn de twee belangrijkste. Deze
modellen richten zich op de persoon, hun omgeving, hun
activiteiten en hun motivatie.
Dan komt ook altijd nog het International Classification of Functioning, Disability and
Health (ICF) langs. Dit model
wordt als universeel model gebruikt in de zorg en geeft herkenning bij alle diciplines voor het beschrijven
van
het functioneren van cliënten en omliggende factoren. Hoewel ik niets meer
bewust doe met deze modellen, wordt mijn gedachtegang er wel door gevormd.
Als ergotherapeut heb je een enorme hoeveelheid redeneringsvaardigheden en een hoop medische kennis. Als je
redeneert met medische kennis, noemt met dit heel mooi (maar ook onnodig) klinisch
redeneren...
Echter, in mijn werkzame jaren heb ik een verschil gezien in denkwijze tussen mij en enkele van mijn collega
ergotherapeuten. Een vaardigheid die ik zelf erg belangrijk vindt om als ergotherapeut relevant te blijven.
Als
er zoiets bestaat als 'klinisch redeneren', zou je dit 'technologisch redeneren' kunnen
noemen
De moderne ergotherapeut
Een ergotherapeut zoekt naar passende manieren om mensen weer mee te laten doen. In de 21ste eeuw betekend dit
dat er al snel wat technologie aan te pas komt. Computers, smartphones en andere apparaten zijn niet meer weg
te denken uit ons leven.
In de zorg wordt al snel gesproken over Zorgtechnologie. Er is een onderscheid te maken tussen reguliere
technologie en zorgtechnologie. Het verschil hiertussen is voor mij wezelijk en belangrijk.
Smartphone
Een heel voor de hand liggende algemene technologie die zich ontzettend goed leent als hulpmiddel is een
smartphone. Dit komt met name door de apps die er op gezet kunnen worden, de verbinding met internet en de
camera en microfoon die er op zit. Hierdoor kan men QR-codes scannen, teksten voor laten lezen, berichten
typen door er tegen te praten, beelden laten beschrijven vanaf een foto, navigeren door onbekende plekken
en
nog heel veel meer.
Smartphones zijn ook heel makkelijk te koppelen aan toetsenborden, braille apparatuur, hoorapparaten of
schakelbediening en hebben ze ook voor mensen die niet (goed) kunnen zien veel spraak opties.
Dit maakt een smartphone één van de meest toegankelijk ontworpen apparaten met een enorm vermogen om
mensen
meer vrijheid en zelfredzaamheid te bieden.
Fiets achteruitkijkrader
Een smartphone is uiteraard makkelijk, maar meestal ligt een oplossing niet zo voor de hand als dat.
Stel je voor, jij bent ernstig slechtziend geworden. Je wil graag actief blijven en wil daarom graag
naar
buiten, bijvoorbeeld om even boodschappen te doen. In de plaats waar jij woont rijden uiteraard ook
auto's
en
zal je een aantal keren moeten oversteken om bij de supermarkt te komen. Er is alleen één probleem, jij
ziet
de auto's niet goed aankomen.
Dit is een situatie die ik binnen Bartmiéus op wekelijkse basis tegen kwam.
Normaal gezien wordt een persoon die dit overkomt getraint om het verkeer zonder zicht beter te kunnen
inschatten, maar het komt ook voor dat dit niet goed lukt. Als therapeut aan jou de taak om een andere
manierte zoeken waardoor deze persoon beter kan inschatten of het veilig over te kunenn steken. Hier
start
mijn Technologische redenatieproces, bijvoorbeeld met de vraag: Welke technologie kan verkeer
'zien'?
Het antwoord kan zijn: Sonar of infrarood (tegenwoordig ook computervision). Beide technologieën die
gebruikt
worden om afstandden te meten. Hiermee zou bepaald kunnen worden of er een auto aanwezig is of niet,
maar
kan
nog niet gepalen of een auto naar je toe komt of dat deze gewoon geparkeerd staat...
De tweede vraag is: Welke apparaten bestaan er die van deze technologie gebruik maken op een manier die
zinvol
is voor de persoon die wil weten of het veilig is om over te steken?
Na wat internet zoekwerk (destijds was AI nog geen ding) kwam ik er achter wielrenners een apparaat
gebruiken
om het verkeer van achter hen in de gaten te houden, namelijk de fiets achteruitkijkradar. Deze kan
gekoppeld worden aan je smartphone, die meldingen geeft wanneer er een voertuig achter de fietser is.
Super handig! In paats van op de fiets zou ik kunnen kijken of deze sensor ook in de hand werkt, hoe
betrouwbaar het eigenlijk is, en of de signalen duidelijk genoeg waren om bruikbaar te zijn om je eigen
veiligheid te kunnen bepalen.
Het antwoord was gelukkig: Ja! Het apparaat registreerde of auto's van de kant kwamen
waar
deze persoon de sensor heen richte en gaf helder aan of er verkeer aankwam of niet. Aan de hand hiervan kon de
oversteek gemaakt worden.